Therapie als het keukentafelgesprek. Hoe klinkt dat? Wat roept dat bij jou op? Ik noem het zo hier en daar en in mijn praktijk en krijg instemmende reacties. Mensen kunnen zich er wat bij voorstellen. Cliënten beamen dat therapie hier inderdaad zo voelt.
In een gesprek met een cliënt kwam de keukentafel ook naar voren en ik noemde dat ik een nieuwe therapieruimte in zou richten met een grote keukentafel in het midden en een zitje aan de zijkant. Vond ze meteen een goed idee, als ik maar niet zo’n brede tafel nam, want ‘dan zit je zover bij elkaar vandaan’. Ik heb toegezegd dat ik dat niet zal doen, al hebben we natuurlijk ook de hoeken waar we aan kunnen zitten als nabijheid gewenst is.
Hoe kwam ik hierbij?
Zoals bij mij de meeste ideeën ‘zomaar’ in de praktijk ontstaan via een ingeving, zal dat vast ook de basis geweest zijn van het ‘keukentafelgesprek’. Al kwam deze niet helemaal uit de lucht vallen. Mijn praktijkruimte is huiselijk en persoonlijk ingericht. Er staan sinds kort twee zelfgemaakte houten meubelen. Die krijgen meer opmerkingen dan de Ikea-meubelen die ik hier had staan. Ik werk persoonlijk en vanuit gelijkwaardigheid. Als je van buitenaf naar binnen zou kijken, zie je niet dat hier therapie gegeven en ontvangen wordt. En dat is precies mijn bedoeling. Therapie gaat over het gesprek van hart tot hart, waarbij we elkaar zien, horen en erkennen. Elkaar? Is therapie dan niet voor de cliënt? Ja hoor, weest gerust. De cliënt staat centraal én communicatie gaat twee kanten op. Een goed gesprek is dubbelzijdig. In die context ontstond het ‘keukentafelgesprek’.
Een stap verder
Er zit nog een andere dimensie aan. Vroeger stond de achterdeur meer en vaker open dan nu. Als er wat was, liep je via de achterdeur naar binnen. Gelukkig zijn er nog steeds plekken waar het kan. Was ‘je vent’ dan een keer vervelend, dan kon je bij de buurvrouw een kop koffie halen. Wilde ‘de vrouw’ weer eens niet wat jij wilde, dan kon je in de buurt terecht voor een bakkie en een gesprek. Er waren minder tweeverdieners en mensen hadden meer tijd. Al zou ik terug willen, dat gaat niet. De tijddimensie is slechts een halve dimensie: we kunnen alleen naar voren. Deze tijd is wat het is.
Wat hebben we nodig?
En wat hebben we nodig in een tijd, waarin iedereen druk is en niemand tijd heeft? Een ‘buurman’ met een luisterend oor, die in een persoonlijke omgeving, jou de aandacht geeft waar je zo hard aan toe bent. Iemand die de tijd neemt voor jou en jouw verhaal, voor jouw wensen, behoeften en verwachtingen. Iemand die zich met jou verbindt, totdat jij ‘geheeld’ (therapie betekent heling) bent en weer zelfstandig verder kunt. Wat je daarvoor nodig hebt, is een hulpverlener die een persoonlijke relatie aangaat met jou en niet schrikt voor welk probleem dan ook. Die samen met jou echt aan de gang gaat. Zo’n hulpverlener gun ik jou. Waar je ook in therapie bent of gaat.
En een goede vriend dan?
Ik zou verwachten dat een goede vriend(in) toch ook een luisterend oor heeft. Gelukkig is dat vaak zo en zo wordt heel wat therapie effectief voorkomen. Maar soms staat die vriend(in) iets te dichtbij en zegt hij of zij net niet waar het voor hem of haar echt op staat. Zo heb ik cliënten (gehad) die dan alsnog in therapie gingen. Die gingen voor een vriendelijke benadering, gemengd met de juiste professionele afstand. Aan de – nu nog- denkbeeldige keukentafel.
En waar moeten we nou eens mee stoppen?
Is therapie iets om je voor te schamen? Dat zou vreemd zijn; goed voor jezelf zorgen op die manier afkeuren. Toch doen we dat nog steeds in Nederland. Kom op mensen, het is 2019. Hoeveel meer mensen met psychische klachten, zoals depressie en burn-out, hebben we nog nodig, tot we eindelijk met opgeheven hoofd kunnen zeggen: ik ga naar een hulpverlener en het voelt goed?
©FrankOdding, 2019-02-21
Geef een reactie